zaterdag 15 februari 2014

REIS PAKSE NAAR DONDET EN CAMBODJA........

Zaterdag 1 februari 2014. Vandaag hebben we eigenlijk niet veel gedaan. Dat had 2 oorzaken, nr.1 was het weer, de temperatuur werd wat ondragelijk, nr.2 De koffers moesten weer eens gepakt worden. Om zes uur zouden we worden opgehaald voor de reis per nachtbus naar Pakse. In de middag nog wat boodschapjes gedaan en in de lobby van Haysoke Guesthouse dit blog bijgewerkt.  Om half zeven reed een grote tuk-tuk voor
. Snel afscheid genomen van het aardige personeel van Haysoke Guesthouse.
De driver reed de koffers naar het wagentje en tilde met hulp van een medepassagier die loodzware dingen het dak van de tuktuk op. Het is altijd een hele onderneming om zo'n drie-of vierwieler in te komen.  De karretjes zijn vrij laag en hebben een klep waar je overheen moet stappen. De grotere tuk-tuks tenminste. Toen we de 4 wieler ingingen hoorden we: "Welkom, welkom.....ook naar Pakse". In het midden op de smalle bankjes zaten aan de linkerzijde een echtpaar uit Limburg en aan de rechterzijde een alleenstaande dame van 60 uit Maassluis, bleek later. Toen we goed en wel zaten zette de tuk-tuk zich in beweging. We zouden twee busstations aandoen. Het eerste station, het noordelijke, is een overstapplaats voor mensen naar diverse noordelijke bestemmingen. Diverse personen uit onze tuk-tuk stapten hier over.  Ook het Chinese meisje dat we in Heysoke guesthouse hadden ontmoet. In onze tuk-tuk stapten weer mensen in die van het noorden kwamen en net als wij naar het zuiden reisden. Allen moesten we wat inschikken om de nieuwe reizigers een plaatsje te gunnen. Ons karretje was nu overvol. Met een behoorlijke gang reden we door de buitenwijken van Vientiane het zuidelijk busstation tegemoet. De zwoele avondwind blies door je haren. De wegen in Laos zitten vaak vol gaten en kuilen. Gebonk, gehots volgde, soms klapperden je kiezen op elkaar. De rit duurde vrij lang. Het was druk in de avondspits, veel stoplichten, geen rotondes.
Om half negen arriveerden we op het busstation. Onze koffers en rugzakken verdwenen het ruim in. Men overhandigde ons na het zien van het betaalbewijs de tickets met plaats 25 en 26, boven in de bus.Via een smal steil trapje belandden we boven in de bus.Onze Nederlandse medereizigers hadden reeds hun bedden in genomen
. Voldaan en toch wel moe namen wij onze plaats in. Een smal bed met dun matrasje en twee gewatteerde dekentjes. Schoenen moesten uit. We kregen hier plastic zakjes voor. Twee flesjes met water stonden in een rekje .boven het hoofdeinde
. De kleuren rose overheersten in de bus, net een plek voor babydolls. Afschuwelijk......groene noppen hielden het gladde kunstleer bij elkaar
. Om 21.00 uur zette de slaapbus zich langzaam in beweging. Iedereen lag of zat door de ramen te turen. Ook die twee van plaats  25 en 26. We vroegen ons af wat er allemaal in  die koppies omging. Het is een hele gewaarwording om tussen de rose gecappitonneerde wanden met groene noppen door de van siergordijnen voorziene ramen te turen
en het busstation langzaam te  zien verdwijnen. Omdat het buiten flink donker was begonnen de gesprekken tussen de verschillende nationaliteiten op gang te komen. Wij boften min of meer. Alle Nederlanders had men bij elkaar gestopt. Gesprekjes volgden. Het vrouwtje van zestig uit Maassluis vertelde dat ze ontwikkelingswerk in Laos deed.....en dat dat bittere noodzaak was. Deze reis deed ze alleen. Haar man was thuis gebleven. Heel toevallig was ze in dit werk terechtgekomen. Ze was een kwebbel van de eerste orde, geen moment hield ze haar lippen op elkaar. Een echtpaar achter haar en schuin tegenover ons was iets rustiger. Zij vonden dit in de slaapbus ook een hele belevenis.Aan het accent van hem hoorden we dat ze uit Limburg kwamen. Zij was een Brabantse uit Helmond.
Plotseling ging het grote licht uit. Men schakelde over op de nachtverlichting, op halve kracht gloeiende ledjes rond de ventilatie-openingen. Te weinig om bij te lezen. Dus.........iedereen nam de slaaphouding aan. De gesprekken verstomden. Het werd stil in de grote slaapwagen, alleen het geronk van de motor en airco waren nu de geluiden die hoorbaar werden. Maukie en ik zijn om en om gaan liggen waardoor we iets meer ruimte hadden. Gelukkig hebben we beiden geen zweetkakkies.De juiste slaaphouding werd ingenomen en langzaam sloten de luikjes zich. Dormiland was ons nieuwe vaderland. Ik droomde en droomde, lag in een wagen op rubberen wielen en had alleen een luiertje om dat ietwat strak zat, rondom dons en wattebollen. Zachte wiegeliedjes streelden mijn oortjes. Ik wilde hier blijven....blijven...en blijven. De grote wiegwagen vergeten, het smalle bedje vaarwel zeggen, maar....ja maar aan alle fijne dingen kan een eind komen. Gebonk bracht me tot de werkelijkheid terug. Moeizaam ontwaakte ik en zag vaag het rose weer. Met een kleine zaklantaarn lichtte ik mijn horloge bij. Drie uur in de morgen wees de grote wijzer aan.Dorst....dorst....droge keel. Hummmm....wat was dat water lekker. Ik rekte me uit en opende het gordijn. De lieve dame naast mij begon ook te bewegen. Gegeeuw....en  met een zachte stem hoorde ik: "Hoe laat zou het toch zijn?" "Drie uur, slaapkopje". "Hebben we zolang geslapen?" "Ja", zolang beaamde ik.Buiten was het nog steeds donker. De bus zocht zijn weg. Stopte af en toe. Wellicht om van chauffeur te wisselen. Drie drivers zaten op de wagen.
Na een half uurtje reden we een grote parking met winkeltjes op. De deuren openden zich. We konden een kwartiertje naar buiten, de donkere nacht in. Iedereen was plotseling bij de hand. Een run op de wc volgde. blijven....blijven...en blijven. De grote wiegwagen vergeten, het smalle bedje vaarwel zeggen, maar....ja maar..... aan alle fijne dingen kan een eind komen. Gebonk bracht me tot de werkelijkheid terug. Moeizaam ontwaakte ik en zag vaag het rose weer. Met een kleine zaklantaarn lichtte ik mijn horloge bij. Drie uur in de morgen wees de grote wijzer aan.Dorst....dorst....droge keel. Hummmm....wat was dat water lekker. Ik rekte me uit en opende het gordijn. De lieve dame naast mij begon ook te bewegen. Gegeeuw....en  met een zachte stem hoorde ik: "Hoe laat zou het toch zijn?" "Drie uur, slaapkopje". "Hebben we zolang geslapen?" "Ja", zolang beaamde ik.Buiten was het nog steeds donker. De bus zocht zijn weg. Stopte af en toe. Wellicht om van chauffeur te wisselen
. Drie drivers zaten op de wagen. Na een half uurtje reden we een grote parking met winkeltjes op
. De deuren openden zich. We konden een kwartiertje naar buiten, de donkere nacht in. Iedereen was plotseling bij de hand. Een run op de wc volgde. De winkeltjes deden een moment goede zaken. Tweemaal klonk de dubbeltonige luchthoorn ten teken dat iedereen de slaapbus in moest. Er werden geen koppen geteld. Degene die te laat was zou pech hebben en daar moeten blijven.
Langzaam hobbelde de dubbeldekker de nacht in. De weg was een smalle tweebaner, we reden door halfverlichte dorpjes. Dan klonk de hoorn schel door de straat. Men moest weten dat we er aan kwamen. Eindelijk kreeg ik de gelegenheid om het toilet te bezoeken. Dat is een hele onderneming in een rijdende slaapbus. Vanuit je slaapplaats moet je eerst bij het trapje zien te komen. Dat is een hele onderneming. Dan het trapje af. Brrrrrr. De bus schudt en beweegt, je moet steun zoeken en je goed vasthouden waar je maar kunt. Dan het hokje waar toilet opstaat. Op een ruimte van nog geen meter in het vierkant is een hurktoilet, een wastafeltje en een grote emmer met water. Wij mannen moeten goed richten. En ik verzeker de lezer dat dat in een wiebelende bus een hele toer is. Om zes uur in de morgen begon het licht te worden.
Om zeven uur reden we het busstation op, dat dicht bij het centrum is. Toen de bus goed en wel stilstond en de deuren open gingen, kwam er een ware loop op gang. Brutale tuk-tuk drivers waren al boven en wilden je vervoer aansmeren. Wees hier voorzichtig en mee. Ze overvragen en rekenen veel te hoge prijzen. Wij gingen nergens op in. We hadden de tijd.
Toen onze bagage buiten stond hebben we een rustig tafeltje opgezocht en daar hebben we ontbeten. Wij werden vele malen lastig gevallen om een tuk-tuk te nemen
. Elke keer wimpelde ik het af en zei:"Slow....slow, we have time". "Later...later", was dan hun weerwoord. Toen ik het helemaal zat was bedacht ik een list
. Ik vroeg om vervoer voor 10.000 kip en wist dat dit een stomme prijs was. Maar ik hield voet bij stuk. Ze wilden onderhandelen. "Tenthousand, no more, no less". Weg waren ze en wij konden onze gang gaan. In alle rust hebben we lekker ontbeten en koffie gehaald. Mauki heeft een toilet opgezocht en toen ze terug kwam ben ik onze Limburgse medereizigers  gaan opzoeken die op een terras aan de overkant zaten. "Hebben jullie al een guesthouse ", vroegen ze. "Ja, we gaan naar Sedone Guesthouse met uitzicht op de rivier de Sedone". op de rivier de Sedone".
Op de parking bij het busstation stond een busje. Ik vroeg de chauffeur of hij ons naar Sedone Guesthouse wilde brengen. Dat wilde hij wel. Hij vroeg 40.000 kip...4 euro. Natuurlijk had ik geen zin om dat te betalen. 20.000 kip bood ik. Hij keek bedenkelijk maar stemde toe
. In nog geen 5 minuten waren we er. Toen volgde een heel gesprek in zijn airco-busje. Het was een nieuwe bus vertelde hij. Hij vroeg wat onze plannen waren voor de komende dagen. Hij organiseerde trips en was very cheap. Het was een gladde prater. Dan word ik extra voorzichtig. We gingen nergens op in. Ik vroeg hem zijn kaartje en en zei dat ik hem zou  bellen als ik hem nodig had. Hij bracht de bagage naar de receptie van ons nieuwe verblijf.
Zondag 2 februari 2014. Sedone Guesthouse is ommuurd en ligt aan de rivier de Sedone. Alles wijst erop dat dit verblijf ooit een Frans buiten is geweest.Het hoofdgebouw heeft grote kamers. De bijgebouwen enkele kleinere.
Wij kregen een kamer in het hoofdgebouw achter de receptie. Kamer 2. Onze kamer was ruim, hoog en blikte goed. De granieten vloer glom
. De aansluitende badkamer was ruim en de douche had warm water. Wat we niet in de gaten hadden was het feit dat het geheel in miserable staat verkeerde. De badkamer leek op het eerste gezicht best aardig, maar........... te beginnen met de wastafel
. Die zat scheef voor de muur en hing een eind naar voren. De kraan en syphon lekten. We moesten er een grote emmer onder zetten om de vloer droog te houden. Verder rook het er niet echt fris. Een rioollucht is niet aangenaam.
De grote kamer was voorzien van twee bedden, maar keihard. We kregen de airco niet aan de gang en de ventilator werkte niet. Goede raad is duur. We waren moe en besloten te blijven. De prijs was 70.000 kip per nacht, ongeveer 7 euro. Volgens het reclamebord bij de ingang was er wifi. Toen ik op de telefoon keek miste ik het wifi-tekentje. Wat nu! Even klagen. Het jonge vrouwtje die het guesthouse runde, had als argument, "on sunday, no wifi". Wat ik niet geloofde. "Tomorrow", voegde ze er aan toe. Inmiddels was het half twaalf en omdat we moe waren zijn we lekker gaan pitten. Na dit verkwikkende slaapje zijn we Pakse ingetrokken. In de straat van ons guesthouse ontdekten we een tempel
"De Wat Luang Pakse". Achter witte muren bevond zich het hele complex tot aan de Sedone River. "Die gaan we morgen doen", riepen we in koor. We zijn verder de stad in gegaan. Wat ons opviel waren de vele lege winkels met schuiftralies er voor. De normale lopende winkels zijn op zondag gesloten. Dus het was een beetje doods
. Gelukkig ontdekten we de markt. Dat maakte veel goed. Onder een groot gebouw waren de honderden kramen. In het centrale deel een trappenhuis met roltrappen naar boven. Op de eerste verdieping ontdekten we een groot restaurant, compleet met rode tafels en stoelen en gelegen aan een groot balkon, vanwaar je uitzicht had op de groente- en fruitstalletjes buiten.
Het was vrij druk opde markt en reuze gezellig. In het restaurant hebben we even gerust en wat water gedronken. In een onooglijk restaurantje
hebben we noodlesoep genomen met chicken. Hele stukken kippepoot zaten in de soep. Taai vlees en niet te eten.

Maandag 3 februari 2014. We beginnen een beetje genoeg te krijgen van Sedone Guesthouse en van Pakse. Onze badkamer stinkt naar riool en internet werkt niet. Ook dacht ik dat de airco niet werkte, maar achteraf bleek dat wel. Ze hadden twee schakelaars gemonteerd. Eentje onder het gordijn in het zicht, de andere achter het gordijn, niet te zien. Dus kreeg ik dat ding niet aan de praat. Het zijn kleine dingen maar het irriteert. En dan die smoesjes van dat vrouwtje dat alles regelt. Ze is van goede wille, wil alles voor je doen met haar lacherige bekkie, maar op de keper beschouwd heb je er niets aan. Morgen vertrekken we. Om half elf waren we zover om naar de VVV te gaan. Dan kom je langs een heel mooie tempel "De Wat Luang", we konden de verleiding niet weerstaan om er een kijkje te nemen.
De temperatuur was  heerlijk, een lekker windje speelde tussen de witte gebouwen. Het hele tempelcomplex ligt aan de Sedone River.
Er wonen monniken en alle gebouwen zijn goed onderhouden. De tempels in Laos onderscheiden zich van die van Thailand. Wij vinden de versieringen mooier en de sfeer is anders. Al wandelend kwamen we bij de rivier terecht
. Een stel monniken was daar aan het mediteren en ze deden klusjes. Ze zochten geen kontakt met ons, wat duidelijk te merken was.
Tijdens het maken van foto's kropen ze diplomatiek weg. Na een drie kwartier daar rondgestruind te hebben en het bezoeken van de hoofdtempel, met schoenen uit, zijn we weggegaan. Omdat het centrum van Pakse niet te groot is, kun je er alles belopen.
Bij de VVV hebben geinformeerd hoe laat de bussen naar de 4000 eilanden, een prachtig deltagebied in de Mekong, vertrekken en van waar. Ook hebben we naar de prijs gevraagd. Voor 40.000 kip per persoon, 8 euro ongeveer, overbrug je een afstand van 130 kilometer. We moesten opstappen op het Zuidelijk busstation, ongeveer 8 km van Pakse verwijderd.. De tuk-tuk zou dan 40.000 kip mogen kosten. We waren prima geinformeerd. Via een aantal oninterressante straten gelopen te hebben arriveerden we bij de markt. Hier leeft de boel. Hier is de handel. Hier gebeurt het gewoon.
Op de 1e etage zijn we in het grote open restaurant gaan zitten. Omdat onze magen rammelden hebben we langs een lopend buffet de heerlijkste gerechten besteld. Jummi...jummi....wat smaakte dat goed. Na het eten hebben we lekker zitten relaxen en het blog bijgewerkt. Op de terugweg naar ons guesthouse geld gepind. Rond 4 uur waren we terug.
Toen we ons wilden opfrissen bleek er geen water te zijn. Ergens was de waterleiding tijdens werkzaamheden stuk getrokken. Om zeven uur werkte alles weer.
Dinsdag 4 februari 2014. Vandaag is het de grote vertrekdag naar de 4000 eilanden, een uitgestrekt eilandengebied in de Mekongdelta. Zoals gebruikelijk de koffers en rugzakken reisvaardig gemaakt. Onze kamer afgerekend, 140.000 kip voor  2 nachten. We waren opgelucht dat we het guesthouse gingen verlaten. Nooit meer in Sedone Guesthouse. Misschien zijn de bungalows beter. Maar daar is geen boiler. Een tuk-tuk opgezocht die ons naar het zuidelijk busstation moest rijden
. Het handelen om de prijs begon weer. De eerste tuk-tuk diver vroeg 60.000 kip, toen ik 40.000 kip bood was hij niet thuis. De tweede tuk-tuk driver vroeg ook 60.000 kip.
Het lijkt net of die mannen prijsafspraken hebben. Ik bood 40.000 kip, ook niet thuis. Toen ik wegliep kreeg ik een prijs van 50.000 kip. Dat was het bedrag dat ik in mijn hoofd had. We gingen snel op weg. Het was warm. We zaten lekker in de wind. Toen we Pakse verlieten, was het overal een grote stofbende. Men was bezig rioolbuizen te leggen. Dus diverse omleidinkjes. Hele stukken weg had men opengebroken en nog niet geasfalteerd. We reden over platgereden keien en vette klei. Stof....stof....stof. Gat....gat....gat, kuil....kuil...kuil. Maar alles went.
Eindelijk reden we in de buitenwijken van Pakse. Na 30 minuten hobbelen en bobbelen reden we het zuidelijk busstation op. Wat we daar aantroffen is met geen pen te beschrijven. Ik zal het echter proberen. Alle bussen, tuk-tuks en overige vervoermiddelen vertrekken van hier in zuidelijke richting. Onze tuk-tuk driver hielp bij het uitladen van de koffers en rugzakken, ik rekende 50.000 kip af en daar stonden we temidden van heel veel mensen met de een of andere reisbestemming.
Maukie ging de kaartjes kopen voor de 4000 eilanden, met uitstapplaats  Nagasan. Een stadje aan de Mekong. De kaartjes kostten totaal 80.000 kip voor 130 km vervoer. Het vervoer was een grote tuk-tuk  met een capaciteit van wel 35 personen en bagage. Om twaalf uur zouden we vertrekken. We waren op het busstation om kwart voor elf. Om het uur ging er een tuk-tuk naar Nagasan. De tuk-tuk voor elf uur  stond gereed om te vertrekken. Wat ik toen zag was een grote tuk-tuk met een dak vol dozen,zakken en manden. In het karretje zaten mannen, vrouwen en kinderen als haringen in een ton.
Achterop de tuk-tuk, een rek, de normale opstapplaats voor personen, lagen balen rijst. Het was warm, de mensen in het karretje puften en wachtten op de dingen die komen gingen. Er waren nog meer plaatsen waar een enorme bedrijvigheid was. Het leek wel op een grote mierenhoop met duizenden mieren.
Toen de overbeladen tuk-tuk vertrokken was nam een nieuwe de opstapplaats in. Een blauwe vierwieler met groot opstaprek aan de achterkant en een enorm bagagerek op het dak. Dat moet ons vervoer zijn, bedacht ik me. De driver wilde onze tickets zien en knikte dat we konden instappen. De koffers en rugzakken verdwenen op het dak.
Wij namen plaats bij de achterklep Langzaam liep de kar vol. Zelfs de bank in het midden was nu bezet. Op het laatste moment stapte nog twee mannen in. Een donkere man en een magere blanke. Zij namen plaats op de middenbank tegenover ons.Koopvrouwtjes boden nog allerlei waren aan voordat de wagen vertrok.
Bossen met witte knollen. Zakjes brood. Watermeloenen. Ja alles waar handel in zat ging van man naar man. Klokslag twaalf vertrokken we. Even de koppen tellen, bedacht ik. Vijfendertig man en hun bagage. Niet te geloven. Op de achterklep een grote mand met 6 biggen en in een gele zak, pal onder me een gele gesloten zak met 2 kleine varkens
.Midden op de klep 2 balen rijst. Toen we halverwege waren bewoog de gele zak met varkens. De beesten vonden het kennelijk maar niks
. Gelukkig zat de zak vastgesjord met een touw. Hij donderde bijna van het rek af en bleef schuin buiten boord hangen. De magere man, die een Zwitser
bleek te zijn en Jean Claude heette greep onmiddellijk het koord en trok uit allemacht de gele zak weer op het rek. De  donkere man, zijn vriend keek glimlachend toe
. We raakten aan de praat. Hij kwam uit Lousanne, had zijn zaak verkocht en zwierf wat door Azie. Was ongetrouwd en dronk het ene na het andere blikje bier. Tegenover ons zat een jonge moeder met een jongetje op haar schoot. Het kindje had het warm en kreeg een flesje melk
. Vijf andere kinderen waren bij haar. Met het uur werd het warmer in de wagen. De lucht trilde boven de weg. Gelukkig woei het in de tuk-tuk. De wat donkere man papte met iedereen aan. Dus ook met ons. Hij vroeg waar we naar toe reisden. Welk eiland van de 4000. Wij noemden Don Khong. Hij schudde zijn hoofd."Is niet leuk, krijg je spijt van". Zijn vriend de amicale Zwitser  beaamde dat. "Ga naar DonDet, veel leuker en mooier".
"Trouwens ik heb daar een guesthouse, kijk maar in het boekje "Lonely Planet" daar staat mijn guesthouse in. Heel toevallig hadden we dat boekje enkele dagen geleden gevonden. We keken er in en ja hoor daar stond zijn guesthouse. "Mr. Phao's Riverview Guesthouse" Prijzen van 30.000 t/m 60.000 kip. We keken elkaar aan. "Ja doen we". "Ik zal mijn dochter even bellen of er een cabin vrij is". Hij pakte zijn telefoon en belde. "Ja....nog 1 cabin". "Okay doen we". "Volg mij straks maar" Zo dat was geregeld. In de rijdende tuk-tuk een guesthouse besproken. Om 4 uur, na toch wel een vermoeiende trip, arriveerden we in Nagasan, een stadje op de oever van de Mekong.
Onze bagage werd uitgeladen. Mr. Phao riep, zet de koffers daar maar en loop jij even met me mee. In een kantoortje regelde hij twee tickets voor de overtocht per bootje naar DonDet. Mr. Phao hielp ons met de koffers......wat een service........en voor we het wisten dreven we op de Mekong tussen de eilanden. Na een twintig minuten stonden we bij ons guesthouse.
We kregen een huisje op palen, heel romantisch. Het uitzicht was subliem. De accomodatie heel apart. Een belevenis op zich. De cabin had nummer 6.
Woensdag 5 februari en Donderdag 6 februari 2014.Vandaag hebben we eigenlijk een rustdag genomen. Huisje nr. 5 kwam vrij, de amerikaanse student Wesley Chin vertrok. Een aardige jongen die over drie maanden als arts afstudeerd. Toen hij afscheid van ons genomen had, ben ik eens in zijn huisje gaan kijken. Het was iets ruimer dan het onze. Dit was de reden dat we dit woninkje wel wilden hebben. Mr. Phao gevraagd of dit mogelijk was
. Hij had totaal geen bezwaar en hielp ons zelfs met de bagage. Rest van de dag het terrein verkend,kennis gemaakt met andere gasten en ons gemak er van genomen. De volgende dag.  Wakker worden aan de Mekong is anders dan te ontwaken in Uden.In de morgen begint het leven op deze belangrijke levensader in Laos op gang te komen.
Wanneer je nog in bed ligt hoor je voorbij varende scheepjes. Het monotone geronk van de  buitenboordmotoren zijn de enige geluiden die je waarneemt. Terwijl we nog in het brede bed liggen openen we de buitendeur en genieten van de Mekong, waar we in bed een grandioos uitzicht op hebben. Dit is zo mooi....zo anders......een avontuur op zich.
Om zeven uur staan we op. Maken het ontbijt klaar en nemen plaats aan een oud houten tafeltje dat ik ergens georganiseerd heb. Twee plastic stoelen fungeren als onze zitplaatsen. Je kunt ook in een hangmat kruipen die elk huisje heeft. Doen wij echter niet. niet. Fietsen op DonDet is gewoon een must, je moet dat echt doen, dus wij ook vandaag.
Twee stevige damesfietsen met dikke banden zorgden voor ons tijdelijk vervoer over het eiland. Eerst zijn we in zuidelijke richting gefietst. Het fietspadje is verharde aarde en zand met vele gaten en oneffenheden. Je peddelt tussen hutjes en huisjes door. Kinderen spelen op het weggetje, kippen lopen overal, kuikens volgen hun moeders, hanen kraaien, ja dit is echt een belevenis,
je ziet dingen waar je voordien totaal geen weet van had. Op een open plekje langs de Mekong stonden 3 buffels, stier,koe en kalf. Ze beschermden zich onder een lage boom tegen de zon. Hun staarten sloegen wild heen en weer om vliegen en ander ongedierte van hun vacht te houden.
We hebben ze heel dicht benaderd en foto's geschoten.
Onze nieuwsgierigheid was niet te stillen, verder gingen we. Smalle gammele bruggetjes moesten genomen worden. Soms ging dat zomaar, af en toe moest je echt afstappen om er niet van af te rijden. Aan onze linker zijde de Mekong, kinderen werden erin gebaad, moeders poedelden zich af.
Zonder dit water is geen leven denkbaar. Ze bevloeien er hun rijstvelden mee, de  grote levensader zorgt als een vader voor zijn kleinen. Verder ging onze tocht per stalen ros. We genoten, de temperatuur was nog dragelijk. Onder een paar bomen was een vrouw haar varkens aan het voederen.
De beesten waren vastgebonden en slurpten een mengsel van water met meel, groente, fruit en allerlei ander eetbaars. Kippen en hanen aten mee. Honden probeerden ook wat te jatten. De varkens joegen die brutale zwerfdieren weg door flink naar ze te happen.
Verder ging onze tocht. Bij een soort dijk moesten we naar boven. Op het gravelpad onder grote bomen vervolgde de weg zich. Dit pad gaf toegang tot een stenen brug over de Mekong en verbond de eilanden DonDet en DonKhon met elkaar. Vanaf dat bouwwerk kon je de beide zijden van de Mekong fotograferen. We fietsten naar de andere kant en wilden DonKhon op. Dat had je gedacht. Twee jongens verkochten kaartjes. Omgerekend wilden ze 5 euro hebben. Te gek. Hebben we niet gedaan.
We zijn teruggegaan. Met ons vele anderen. Nu kon je twee richtingen uit. Het dorre land in of langs de Mekong terug. Dat laatste hebben we gedaan. Van alles rijdt er op dat smalle zanderige pad, scooters, smalle karren en veel fietsen. Ook kleine kinderen met hun fietsjes. Heel leuk. We passeerden veel guesthouses en leuke restaurantjes. Van alles is er te doen. Met lunchtijd waren we terug op onze stek. Noodlesoep stond er op ons menu, de lekkerste ooit. Laat in de middag toen de zon zijn kracht verloren had zijn we met Jean Claude de andere kant uitgefietst.
Daar vind je winkeltjes, guesthouses en van die restaurantjes waar je kunt liggen. Daar ontmoetten we de Francaise van de trip met de slowboat. Ook het vrouwtje van de biggen in de tuk-tuk stond ergens, ze herkende ons. Langs een zijarm van de Mekong hebben we in een restaurantje wat te drinken genomen en daar de ondergang van de zon afgewacht.
Mooi....mooi.....moooooooooooooooi.! Bij zessen waren we bij ons guesthouse terug.
Vrijdag 7  en zaterdag 8 februari 2014. Deze dagen hebben we niet zoveel gedaan. Vrijdag helemaal niets. Blog bijgewerkt. Gekletst. Stroom viel 's middags uit. Dat kun je hier verwachten. Gelukkig hadden we in de ochtend een guesthouse in Siem Raep bij de familie Ghab Vann Kunn gereserveerd. Ons reserveringsnr. is 953.720.720., van 12 februari tot en met 19 februari 2014. Zaterdag hebben we zeker in de ochtend ons gemak er van genomen. 'sMiddags per prauw naar de watervallen Khone Papeng. Was best aardig. Laat in de middag terug, het was een snikhete middag. 's Avonds vroeg te bed, we waren keimoe.
Zondag 9 februari 2014. Vroeg de deur opengegooid.
De  Mekong en zijn bootjes bekeken. Lekker ontbijt en thee gemaakt. Een koude douche genomen en de Belgische backpacker meisjes en jongens uitgewuifd. Zij gaan naar een groot festival in Champasak dat drie dagen duurt. Daar moet je jong voor zijn. Het werd rustig op de plak. Ook de Polen en het vrouwtje uit Nieuw Zeeland met haar dreadlocks vertrokken. Je wordt dan door Mr. Phao met een bootje naar Nagasan gevaren. Maar spoedig liep het guesthouse weer vol. We hebben leuke buurtjes. Rechts direct naast ons een jong stelletje uit Barcelona. Zij spreekt vloeien Engels, hij iets minder. Ze vertelden dat ze werkloos waren geworden en hun geluk eens elders wilden zoeken. Zij bezitten ook en camper, een Hymer alkoofmodel. Aan de linkerzijde op nr.6 een koppeltje uit Canada. Dat maakt reizen nou zo leuk, je ontmoet vele nationaliteiten Lesley Chin.was onze buurman. Hij zat in cabin nummer 5. Om negen uur vertrok hij. Nam even afscheid en ging per bootje naar Nagasan.
Even in zijn huisje blikken, dacht ik. Misschien is het ietsje groter dan nummer 6. Dat klopte, al was het niet veel ruimer. Aan de eigenaar gevraagd of we konden ruilen. Geen bezwaar. Nu hadden we de sleutel van nr.5 te pakken. We hebben de rest van de dag niets gedaan, lekker uitgerust van de dag van gisteren.

Maandag 10 februari 2014. Het was nog heel vroeg, half zes. We werden gewekt door hanengekraai, het ene beest kraait en het andere antwoordt. Soms een hel kabaal. Andere geluiden drongen ons huisje op palen binnen. Ja.....ons brede bed staat op een planken vloer met brede open naden, waardoor je de grond kunt waarnemen. Rondom planken en balken als wanddecoratie, weliswaar donkerbruin teak, maar toch heel apart. Aan het groen geschilderde plafond hangt een rose klamboe.
Dat ding is een feest om naar te kijken. Hij is heel kunstig gemaakt, heeft allemaal plooitjes en een uitzonderlijk mooie gerimpelde strook.
Hij draait de hele tijd rond, bij het minste zuchtje wind.
Later drong er de lucht van verbrand hout onze neusgaten binnen. De kacheltjes waarop gekookt wordt worden opgestookt. Niet een echt lekkere lucht, maar alles went. Nu is het half elf. De Mekong stroomt nog altijd. Het is wat heiig. Als een plaatje ligt hij aan onze voeten. Ons kleine terrasje ligt prachtig. Het uitzicht is subliem. Vandaag hebben we besloten om weer niets te doen.
Trouwens het eiland DonDet is niet zo groot. Je bent er vrij snel op uit gekeken. Een andere factor is, de ondraaglijke hitte in de middag. Je moet dan echt je gemak er van nemen. De plaatselijke bevolking doet dat ook.
Dinsdag 11 februari 2014. De nacht aan de Mekong was warm. We slapen alleen onder een soort laken. 's Avonds gaan we meestal vroeg naar bed. Negen uur. Van de moeheid vallen we direct in slaap. Even lezen lukt gewoon niet, de luiken sluiten zich elk moment. Als je vroeg gaat slapen dan kan het niet uitblijven dat je vroeg ontwaakt.

Trouwens om 6 uur begint het leven langzaam aan de Mekong opgang te komen. Zo ook vanmorgen. Kakelende kippen, kraaiende hanen, ze lopen overal, zelfs onder ons huisje nr.5. Motorgeronk op de Mekong, voorbijvarende prauwen, platte houten bootjes van wel  10 tot 12 meter. De buitenboordmotor achterin. Een schroef aan een lange as net onder het wateroppervlak. Deze platte houten bootjes zijn onmisbaar voor mensen die aan de Mekong leven. Ze doen er alles mee, vervoeren hun waren, zakken rijst, varkens,meubels, ja echt de duvel en z´n oude m..r. Ook hun trouwpartijen beginnen in dat bootje. Uniek. Heel speciaal is, dat die prauw in diep en ondiep water kan functioneren.De eigenaar van ons Guesthouse Riverview Mr. Phao bezit er zelfs twee.
Ook zijn buren, die leven in een onooglijk rieten bouwsel op palen bezitten er twee, weliswaar 2 kortere bootjes.Zelfs kinderen hebben vaak hele korte mini/bootjes waarmee ze in ondiep water oefenen
. Morgen gaan we vertrekken naar Cambodja, de stad Siem Raep.
Woensdag 12 februari 2014.Om 8.00 uur werden we overgebracht per prauw naar Nagasan. Het was frisjes op het water. In 15 minuten vaar je van Mr.Thao's Riverview Guesthouse naar Nagasan. Wat hebben we het toch heerlijk gehad op DonDet, een aanrader voor iedereen die dit blog leest. Mr.Phao en zijn familie zijn echt lieve, aardige en behulpzame mensen, die er alles aan doen om het hun gasten naar de zin te maken. Niets is hun teveel, je hoeft maar te kikken en je wordt op je wenken bediend. BEDANKT familie Thao. Nagasan is een stadje op de Mekong-oever
en helemaal ingesteld op localen en touristen die de 4000 eilanden willen bezoeken.Je kunt er alles kopen, het heeft vele pinautomaten en banken.
Wij hadden dollars nodig om de busreis en de visa voor Cambodja te kunnen betalen. Met driehonderd dollar konden we voorlopig vooruit. Met een Visa-rekening is dat geen bezwaar. Je moet wel tich formulieren invullen en je paspoort tonen, alvorens de dollars te kunnen krijgen. De kosten bedroegen 9 dollar. WAT EEN AFZETTERS TOCH DIE BANKEN. Helaas heb je ze soms nodig.Met 300 dollar in mn heuptas kwam ik buiten.
Zeventig dollar was ik direct al kwijt aan de busreis naar Cambodja.De dollars voor de visa zouden spoedig volgen.We vragen ons steeds af.......waarom toch dollars??? Als je naar Cambodja reist, reis je niet naar de Verenigde Staten U.S.A., maar naar een Aziatisch land.
In Cambodja kun je ook met de RIEL betalen, de plaatselijke currency. Maar men heeft het liefst dollars. Om 10.00 uur konden we onze paspoorten inlevern bij de host. Hij zou de visa regelen. Dat kostte 60 dollar.Klokslag elf uur reden we uit Nagasan weg.
Op de ticket stond VIP-bus. Nou daar leek het alleen maar op. De airco werkte op halve kracht. Onze zitkussens zaten half los, waardoor we steeds naar voren schoven. De vering van de wagen was hopeloos. Elke kuil of bult was voelbaar. De zittingen van de stoelen zaten vol stof. De gordijntjes waren vies en smoezelig. Er was geen toilet. Bij de grens Laos/Cambodja moesten we de bus verlaten. Lopend kwamen we Cambodja binnen. Bij een tent langs de weg werd een thermometer in onze nek geduwd. Ik schrok me rot....wat nu! Het vrouwtje dat deze meter bediende legde uit dat we een goede temperatuur moesten hebben om Cambodja in te komen.Toen dit achter de rug was, moesten we bij een restaurantje met winkeltjes wachten op onze paspoorten met visa. Dat heeft een dik uur geduurd. De zg. VIP-bus stond te wachten.
Iedereen was weer aanwezig na het tellen van de koppen. We vertrokken. Via een grote poort kwamen we Cambodja binnen. Het was warm. De lucht boven de weg trilde. De tijd was kwart voor een. Buiten kon je eigenlijk niet goed merken dat je in Cambodja reed.De huisjes van de plaatselijke bevolking waren dezelfde als die we in Laos langs de weg waarnamen.Pover en armtierig. De host van de bus deelde mee, dat we konden rekenen op een vertraging van 5 uur, vanwege de toestand van de weg. Half tien in de avond was de normale aankomsttijd. Tel daar maar 5 uur bij en de aankomst zal dan half drie in de nacht zijn. Na een uurtje rijden door een troosteloos bosgebied, dat van de droogte enorm te lijden had, begon de ellende. Kilometers weg waren opengelegd en bedekt met een groffe steenslag.
Gaten en kuilen, stof, wolken en wolken fijnstof. Soms had de chauffeur moeite om te zien waar hij reed. Zig-zaggend met een gemiddelde snelheid van 25 kilometer per uur kroop het voertuig over de weg. Nou ja....wat erop weg leek. Soms was een aantal kilometers  de route normaal. Daar zette de driver er meteen de pinnen in. Dit was meestal van korte duur en dan begon de ellende weer. Soms wipte je gewoon omhoog in je stoel bij een heel diepe kuil. WELKOM IN CAMBODJA
. Hele stukken naastliggend bos waren zwart geblakerd door bosbranden. Een dikke laag vuilgeel stof op de nieuwe vegetatie.Troosteloos.Welkom in Cambodja dacht ik weer. Dit is Azie.....je moet het er gewoon bijnemen, dacht ik dan om mezelf een beetje op te vrolijken. Deze ellende heeft tot even voor de stad Kratie geduurd
. De donkere avond viel in. Na Kratie reden we in het volkomen duister. Ergens maakten we een stop om te eten en kon iedereen een toilet bezoeken. Er was een ware run op die hurkdingen. Twintig minuten kregen we om een beetje bij te komen van de toch wel vermoeiende tocht. Daarna gingen we weer met de rammelbus opweg. Iets ten Noorden van Pnom Penh bij het stadje Kompang Cham stopje onze hotsbak. We moesten overstappen op een andere bus. Alle bagage overladen binnen een gestelde tijd en dan maar weer rijden, de donkere avond/nacht in.Nu zaten we in een echte VIP-bus, een zeer lux exemplaar, maar zonder toilet. Onze koffers lagen bij de chauffeur, het bagageruim was totaal vol. Tot ieders ergenis kregen we weer te maken met kilometers slecht wegdek.
Alleen de vering van deze wagen was totaal anders, zeer comfortable zelfs. Dus vele kuilen en gaten waren nauwelijks voelbaar. De airco was perfect, soms wat koud. Onze jasjes brachten uitkomst. Om drie uur in de nacht reden we een busstation in Siem Raep binnen. We waren aangeslagen en toch wel moe. Met een tuk-tuk werden we naar Jasmine Lodge vervoerd. Kwart over drie stonden we daar binnen. Alles was donker, een bel zag ik niet, toen heb ik het maar op een schreeuwen gezet en dat hielp. Een slaperige jongeman vroeg wat we wilden.. Hij keek erg moeilijk en controleerde onze reservering van de kamer. BEZET....zei hij zacht. Dat kan niet, zei ik nogal luid. U krijgt voor 1 nacht een andere kamer op de vierde etage.Vuur flitste uit mijn ogen. Mijn besproken kamer hadden ze aan een ander gegeven. Ik was nijdig en boos en liet dat merken ook. Morgen beklaag ik me hierover bij de directie. De man knikte en zei verder niets. Hij pakte onze koffers en zeulde ze naar boven. WELKOM IN CAMBODJA......WELKOM IN JASMINE LODGE.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten